Blog: Mag je wegkijken van kwaad? Blog: Mag je wegkijken van kwaad?
Het is een vraag die al verschillende keren in mijn leven opdook. Bij het kijken naar ‘Zomergasten’ kwam ze opnieuw bovendrijven. De vraag: mag je wegkijken bij de gruwelijkheden die mensen elkaar aandoen; bij martelingen in de oorlog, mensonterende omstandigheden waartoe de een de ander dwingt en het meest grove geweld?
Zomergast Alfred Birnley stelde de kijkers die vraag indirect, en ook letterlijk door een vreselijke martelscène te laten zien uit de film ‘De Oost’. Het was niet te doen om ernaar te kijken. Maar, bepleitte Birnley die avond, als je niet wilt weten, dan veronachtzaam je de mensen die de ergste dingen in de oorlog hebben moeten meemaken en je veronachtzaamt de oorlog. 

Wat oorlog is
Bij het laten zien van de beelden leek het hem niet alleen maar te doen om het schokeffect. Uit het interview bleek hoe hij zelf indirect slachtoffer was van de oorlog. Hoe zijn vader op Oost-Java, waar Nederlanders probeerden de onafhankelijkheid van Indonesië tegen te houden, hoofd werd van een afdeling voor gevangenen. Hoe zijn eigen vader vele Indonesiërs martelde en vermoordde en zijn trauma’s mee het leven van zomergast Alfred Birnley in droeg. Onbegrijpelijk gewelddadig. Maar we moeten onder ogen zien wat oorlog is, was de stelling van Alfred Birnley. Daarom schreef hij ook zijn boek ‘De tolk van Java’, over zijn vader en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Om niet te bedekken wat nog niet eens zo lang geleden in onze eigen geschiedenis gebeurd is. ‘Zie daar maar eens doorheen te komen’, meldde hij erover.

Het kwaad niet in de ogen kijken
Een tegenstem las ik in de vakantie in een roman van J.M. Coetzee. De hoofdpersoon in de roman, schrijver Elizabeth Costello (haar naam is ook de titel van de roman) bepleitte dat het bij sommige gruwelijkheden juist niet goed is om erover te lezen of te schrijven. Zij houdt een lezing waarin ze kritiek levert op een boek waarin gruweldaden in de Tweede Wereldoorlog tot in detail beschreven staan. Ze is er van overtuigd geraakt dat mensen niet altijd beter worden van wat ze lezen. Want, betoogt ze, wie deze daden die het daglicht niet verdragen aan het daglicht brengt, die ‘geeft aan de duivel die in mensen kruipt vrijheid en laat hem los op de wereld’. Er zijn gebeurtenissen die zoveel schade hebben aangericht dat ze ‘niet uit hun graf gehaald moeten worden, terwijl we dachten dat ze veilig dood waren’. De confrontatie met sommige gruweldaden, maakt ons volgens Elizabeth Costello juist slechtere in plaats van betere mensen. Want, het laat niemand ongeschonden als je de vreselijkste menselijke daden op het netvlies krijgt en werkelijk tot je laat doordringen – alsof je erbij bent. Of zelfs, stelt Costello, wordt ‘in de aanraking van het kwaad het kwaad aan ons doorgegeven’. 

Maakt het kwaad onder ogen zien je een beter of slechter mens?
In de discussie na haar lezing wordt haar verweten dat ze broos is. Iemand uit het publiek zegt dat hij van het lezen van het gruwelijke boek juist eerder sterker dan zwakker wordt, vastbesloten om het kwaad nooit te laten terugkeren. Dat lijkt de kernvraag te zijn waar je een verschillend antwoord op kan geven: wordt je een beter of een slechter mens als je niet wegkijkt van de grootste gruweldaden in onze geschiedenis? 

Een toekomst zonder oorlog
Er is ook een overeenkomst tussen de twee posities van Birnley en Costello. Beide hebben een toekomst op het oog die beter is dan wat de oorlog in de geschiedenis aan schade heeft aangericht. Beiden verlangen naar meer gerechtigheid.

Het bijbelse begrip ‘gerechtigheid’
Ik las een oude preek van de predikant J.J. Buskes, gehouden op 1 mei 1964 in Amsterdam. Deze predikant was n.a.v. de tweede politionele actie in 1948 in een scherp conflict verwikkeld geraakt, toen hij in een radiopreek het optreden van de Nederlandse strijdmacht vergeleek met Pilatus’ gesel in Palestina, Hitlers concentratiekampen en Trumans of Stalins atoombom. Ook in zijn preek in 1964 valt op hoe hij politiek stelling neemt. In dit geval (in 1964) op het punt van kernbewapening. Maar in zijn uitleg bij het Oudtestamentische begrip gerechtigheid, geeft hij een gepassioneerde uiteenzetting van hoe ruim en rijk de bijbelse gerechtigheid is: 

Gerechtigheid is een dynamisch en emotioneel begrip, er is om gekermd en geschreeuwd door gepijnigden. Het is gebruikt als ‘banbliksem’ door toornende profeten, het is als een loeiend vuur, als een barmhartigheid, die alle ongerechtigheid verteert. Maar vaak ook is gerechtigheid als een liefelijke pastorale, wanneer een Psalmdichter bezingt hoe de heuvels bekleed zijn met gerechtigheid en het zal stromen als een snelvlietende beek. In gerechtigheid zal de wolf verkeren met het lam. Het zal er zijn als het Godsrijk gekomen is. Het is een voorafschaduwing van het Rijk Gods. 

Mooi hoe in het bijbelse begrip ‘gerechtigheid’ het negatieve van de strijd tegen onrecht, en het positieve van recht doen & trouw liefhebben samenkomen richting een betere toekomst.
 
terug