Blog: Gelijke behandeling? Blog: Gelijke behandeling?
In mijn studententijd was ik actief als student bestuurslid in het dagelijks bestuur van de kerkelijke opleidingen in Leiden en Utrecht. Bijkomend voordeel van zo’n baantje waren onder andere de etentjes. Tijdens een van die etentjes zat mijn pas nieuwe mede-bestuurslid naast mij aan tafel. Een jonge jongen die net een paar weken actief was in de studentenadviescommissie. Tegenover ons zaten twee leden van de Raad van Toezicht. We kwamen met deze heren in gesprek...

Verschil in benadering
Ze stelden mij vragen als: ‘hoe bevalt het je om op kamers te wonen’ en ‘wat is je lievelingseten’ en ‘woon je met meerdere dames in een huis’. Ze maken oppervlakkige conversatie en ik vond het niet vervelend. Tot ze de jongen naast mij vragen gingen stellen. ‘Welke theoloog spreekt je aan’, ‘wat vind je van de ambtsvisie in het laatste synoderapport’, dat soort inhoudelijke vragen. Het verschil in benadering is me altijd bij gebleven. 

Er is een landelijk onderzoek uitgekomen over seksisme tegenover vrouwelijke predikanten. Het Nederlands Dagblad en Trouw publiceerden hoeveel kleinerende, vernederende en ongepaste opmerkingen vrouwelijke predikanten krijgen – over hun uiterlijk, hun leiderschap en inhoudelijke bekwaamheid - en hoe ze zelfs te maken krijgen met ongewenste aanrakingen en intimidatie. Ik zag deze week de Facebook groep Predikanten en Pastores ontploffen met nog veel meer schokkende voorbeelden uit de praktijk. 

Gelijke behandeling?
Ik heb altijd geweten dat er in onze samenleving en in de kerk een sfeer bestaat met cultureel bepaalde ideeën die vrouwen geen recht doen. Tijdens mijn opleiding ondervond ik al hoe in het kerkelijk bestuur de gelijke behandeling van man en vrouw niet vanzelfsprekend was. En ik volg bijvoorbeeld al heel wat jaren met interesse een initiatief van vier Leidse vrouwelijke hoogleraren, die samen Athena’s Angels oprichtten (naar de strijdbare Griekse godin van de wijsheid). Een initiatief om impliciete discriminatie van vrouwen in de wetenschap te bestrijden. 

Ik heb veel affiniteit en bewondering voor vrouwen (en mannen) die zich hardmaken voor een wereld waarin vrouwen gelijke kansen krijgen als mannen en daarom strijden tegen ongelijkheid in salariëring, in de top van bedrijfsleven of in de academische wereld en op straat in de wijk, waar ook ik na afloop van mijn catechisatie-avond als stagiair in Den Haag werd nagefloten op weg naar de tram. Wie hier tegen strijdt voert ook mijn strijd. 
Ik heb me de afgelopen week bij de opleving van het gesprek over seksisme tegen vrouwen afgevraagd waarom ik niet allang de barricade ben opgesprongen om mee te strijden en campagne te voeren. Op Facebook zie ik verschillende predikanten die zondag 20 juni net als ik hun preek hielden over Johannes 4:26-42 en daarbij vers 28 als uitgangspunt nemen: ‘de leerlingen verbaasden zich erover dat Jezus met een vrouw in gesprek was’. Ik vind dat mooi. 

De toekomst is al gaande
Zelf had ik al een ander focuspunt gekozen; die van de toekomst die al gaande is: ‘Kijk om je heen, de velden zijn al klaar voor de oogst’ (vs. 35). Ik realiseer me met terugwerkende kracht dat dit overeenkomt met hoe ik op dit moment in het debat over emancipatie sta. Of dat te mager is of niet, ik zal me dat voorlopig nog blijven afvragen. Ik ben hoe dan ook overtuigd: vrouwen zijn niet minder (of meer) dan mannen. Ze zijn niet emotioneler of hysterischer dan mannen. Ze zijn niet minder rationeel of inhoudelijk. Vrouwen zijn niet ongeschikt voor leiderschap of per definitie minder sterke leiders. 

Dat is voor mij een waarheid die in Gods nieuwe wereld, in Gods toekomst ligt verankerd. En, lees ik in Johannes 4, die toekomst is al gaande. Daarin lees ik een opdracht, niet alleen in het debat over vrouwen maar ook als het gaat om de gelijkwaardigheid van mensen in het algemeen. God wil voor ieder mens het goede en maakt daarbij geen onderscheid. Sterker nog, wie erbuiten valt, die wil God dragen en optillen. Dat is de toekomst die God in ons leven brengt. Vanuit die waarden, levenshouding en omgangsnorm wil ik met anderen omgaan. In het geloof dat ieder mens kracht heeft, mooi is en waardig. Net als anderen. 
terug