Bekende liederen Bekende liederen

1 Gezegend hij, die in der bozen raad
2 Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch
5 Laat mij, mijn koning, tot U spreken
6 Heer, toon mij uw genade
7 Here mijn God, Gij hoedt mijn leven
8 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
8a Heer, onze Heer, hoe heerlijk is
9 Met heel mijn hart zing ik uw eer
10 Hoe komt het, Heer, dat Gij zo verre zijt
11 Ik schuil bij God. Hoe kunt gij dan nog zeggen
12 Breng redding, Heer, de vroomheid is geweken
13 Hoe lang, Heer, gaat Gij mij voorbij
14 Bewaar mij, want ik schuil bij U, o God
15 Wie zult Gij noden in uw tent
17 Hoor, Heer, Gij God van trouw en recht
18 Ik heb U lief van ganser harte, Here
19 De hemel roemt de Heer
20 Moge de Heer u antwoord geven
21 O Heer, de koning is verheugd
22 Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij
23 Ik wil van God als van mijn herderspreken
23a O Heer, de vijand stelt
23b De Heer is mijn herder (ten Kate)
23c Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij
24 De aarde en haar volheid zijn
25 Heer, ik hef mijn hart en handen
25a Mijn ogen zijn gevestigd
25b Houd mij in leven, wees Gij mijn redding (beurtzang)
25c Naar U gaat mijn verlangen, Heer (beurtzang)
25d Naar U gaat mijn verlangen, Heer (beurtzang)
26 O Heer, op wie ik pleit
27 Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn Goden Here
28 Ik roep tot U, mijn rots, mijn Here
29 Gij die hoog verheven zijt
30 Dank, Heer; Gij hebt het niet gedoogd
33 Kom nu met zang en roer de snaren
34 Ik loof de Heer altijd
36 De zonde die de zondaars vleit
37 Wees niet afgunstig op de goddeloze
38 Laat toch niet uw toom, o Here
39 Ik zeide wel: Nu let ik op mijn weg
40 Met heel mijn hart heb ik de Heer verwacht
41 Heil hem die de geringe helpt in nood
42 Evenals een moede hinde
43 O God, kom mijn geding beslechten
44 Heer, wat de vaderen vertelden
45 Met luide stem breng ik de koning hulde
46 God is een toevlucht te allen tijde
47 Volken weestverheugd
48 De Heer is groot, zijn lof weerklinkt
49 Bewoners van de wijde wereld,. hoort
50 De Heer die leeft, de God der goden spreekt
51 Ontferm u God, ontferm u, hoor mijn klacht
52 Waarom toch het kwaad zo te prijzen
53 De dwaas zegt in zijn hart er is geen God
54 O God, verlos mij door uw naam
55 God, laat mij smekend tot U treden
56 Wees mij genadig, Heer, want een geweld
57 Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij
58 Gij hoge raad, bijeengekomen
59 Kom, Heer, mij uit de hand bevrijden
60 O God, die ons verstoten had
61 O Here, verhoor mijn smeken
62 Mijn ziel is stil tot God mijn Heer
63 Mijn God, Gij zijt mijn toeverlaat
64 Behoed mij, Heer, hoor naar mijn klagen
65 De stilte zingt U toe, o Here
66 Breek, aarde; uit in jubelzangen
67 God zij ons gunstig en genadig
67a Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer
68 God richt zich op; de vijand vlucht
69 Red mij, o God, het water stijgt en stijgt
70 Haast u om mij te redden, God
71 Heer, laat mij schuilen in uw hoede
72 Geef, Heer, de koning uwe rechten
73 Ja, God is goed voor Israël
74 Waarom, o God, verstoot Gij voor altoos
75 U alleen, U loven wij
76 God wordt geëerd in Israël
77 Roepend om gehoor te vinden
78 Mijn volk, ik ga geheimen openleggen
79 O God, nu zijn de heidenen gekomen
80 O God van Jozef, leid ons verder
81 Jubel God ter eer
82 God staat in 't midden van de goden
84 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer '
85 Gij waart goedgunstig voor uviland, o Heer
86 Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden
87 Op Sions berg sticht God zijn heilige stede
88 Heer, die mijn heil, mijn helper zijt
89 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
90 Gij zijt geweest .° Heer, en Gij zult wezen
90a O God, die droeg ons voorgeslacht
91 Heil hem wien God een plaats bereidt
91a Wie in de schaduw Gods mag wonen
92 Waarlijk, dit is rechtvaardig
93 De Heer is koning, Hij regeert altijd
94 Verschijn in lichtglans, God der wrake
95 Steek nu voor God de loftrompet
96 Zing voor de Heer op nieuwe wijze
96a Zing een nieuw lied, alle landen
97 Groot koning is de Heer
98 Zing een nieuw lied voor God de Here (Psalm 98)
99 God is Koning, Hij
100 Juich Gode toe, bazuin en zing
100b Juich voor de Eeuwige, aarde alom
101 Ik wil, Heer, in mijn lied de zegeningen
102 Heer, hoor mijn gebed, laat blijken
103 Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren
103a Loof nu, mijn ziel, de Here
103c Loof de koning, heel mijn wezen
105 Loof God de Heer, en laat ons blijde
106 Loof nu de Heer, want Hij is goed
107 Gods goedheid houdt ons staande
108 Mijn hart is, Heer, in U gerust
109 God die ik loof te allen tijde
110 De Here God heeft tot mijn heer gesproken
111 Van ganser harte loof ik Hem
112 God zij geloofd en hoog geprezen
113 Prijs, halleluja, prijs de Heer
114 Toen Israël uit Egypteland ging
115 Niet ons, o Heer, niet ons zij eer gewijd
116 God heb ik lief, want die getrouwe Heer
117 Loof, alle volken, loof de Heer
117a Gij volken bof uw God én Heer
118 Laat ieder 's Heren goedheid prijzen
119 Welzalig wie de rechte wegen gaan
119a Uw woord omvat mijn leven
120 Ik hief mijn stem in vrees en beven
121 Ik sla mijn ogen op en zie -
122 Hoe sprong mijn hart hoog op in mij
122a Laten wij gaan naar het huis van de Heer
123 Tot U, die zetelt in de hemel hoog
124 Laat Israël nu zeggen blij van geest
125 Wie op de Here God vertrouwen
126 Toen God de Heer uit 's vijandsmacht
126a Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap
127 Wanneer de Heer het huis niet bouwt
128 Welzalig-is een ieder
129 Zij hebben immer van mijn jeugd af aan
130 Uit diepten van ellende
130a Uit angst en nood stijgt mijn gebed
131 O Heer, er is geen trots in mij
132 Heer, denk aan David en zijn eed
133 Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is 't dat zonen
134 Gij dienaars aan de Heer gewijd -
135 Halleluja! loof de Heer
136 Loof de Heer, want Hij is goed
137 Aan Babels stromen zaten wij gevangen
138 U loof ik, Heer, met hartenziel
139 Heer, die mij ziet zoals ik ben
139a Gij kent mij, Heer, leer mij U kennen
139d Heel het duister is vol van luister
140 Bescherm mij, Heer, behoed mijn leven
141 U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken
142 Tot God de Heer hief ik mijn stem
143 O Here, hoor naar mijn gebeden
144 Gezegend zij de Heer, die te alle tijde
145 O Heer, mijn God, Gij koning van 't heelal
146 Zing, mijn ziel, voor God uw Here
146a Laat ons nu vrolijk zingen
146c Alles wat adem heeft love de Here
147 Lof zij de Heer, goed is het leven
148 Halleluja! Prijs God en zing
149 Halleluja! laat opgetogen
150 Loof God, loof Hem overal
150a Geprezen zij God
150b Alles wat adem heeft, love de Heer
151 Ik zing voor de Heer en ik prijs zijn gezag
152 De lofzang van Hanna
154b Heel de schepping, prijs de Heer
155 Zijt Gij mijn God
157a Mijn ziel maakt groot de Heer.
158a De lofzang van Zacharias (Bamard)
159a De lofzang van Simeon (Naastepad)
162 Het lied van het begin
166b Jozef zoekt zijn grote broers
168 Go down, Moses
175 Wij hebben een sterke stad
176 Om Sions wil zwijg ik niet stil
186 Er is geen plaats, er is geen plaats
195 Ere zij de Vader en de Zoon
204 Gij bron van tijd en eeuwigheid
207 De trouw en goedheid van de Heer
208 Nu wordt het licht de dag breekt aan
209 Heer Jezus, o Gij dageraad
212 Laten wij zingend de dag beginnen
213 Morgenglans der eeuwigheid
214 Het licht dat weer opnieuw begon
215 Ontwaak, o mens, de dag breekt aan
216 Dit is een morgen als ooit de eerste
218 Dank U voor deze nieuwe morgen
221 Zo vriendelijk en veilig als het licht
224 Elke dag vertelt over God de Heer
225 Zingen wij van harte zeer
236 O Schepper God, die alles grondt
237 O zalig licht, Drievuldigheid
239 O Christus die de zonne zijt
240 Blijf bij ons, Jezus, onze Heer
241 Gij die mijn liefste kleinood zijt
243 O Heer mijn God, ook deze nacht
244 Nu is de dag ten einde
245 'k Wil U, o God, mijn dank betalen
246a Der Mond ist aufgegangen
246b De maan is opgekomen
247 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt
248 De dag, door uwe gunst ontvangen
249 All night, all day
268 Goede herder, als wij slapen
272 Wij zoeken in uw huis uw aangezicht, o
273 Loof God, die zegent al wat leeft
274 Wij komen hier ter ere van uw naam
275 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
276 Zomaar een dak boven wat hoofden
280 De vreugde voert ons naar dit huis
281 Wij zoeken hier uw aangezicht
283 In de veelheid van geluiden
285 Het licht is ons voorgegaan
287 Rond het licht dat leven doet
288 Welkomstlied
299d Heer, ontferm u over ons (Vogel)
299j Om de mensen en de dieren
302 God in den hoog' alleen zij eer
304 Zing van de Vader die in den beginne
305 Alle eer en alle glorie
310 Eén is de Heer, de God der goden
313 Een rijke schat van wijsheid
314 Here Jezus, om uw woord

315 Heb dank, o God van alle leven (1e maal 10-6-2018)
316 Het woord dat u ten leven riep (mel. ps 113)
318 Het woord brengt de waarheid teweeg
321 Niet als een storm, als een vloed
322 Die chaos schiep tot mensenland
323 Hoor. Maar ik kan niet horen
326 Van ver, van oudsher aangereikt
339a U komt de lof toe (Mehrtens)
340b Ik geloof in God de Vader, de Almachtige
340c Ik geloof in God, de almachtige Vader
341 Wij geloven allen in één God
344 Wij geloven één voor één
345 Gij hebt uw woord gegeven
346 Roept God een mens tot leven
347 Hem Jezus, wij zijn nu
348 Heer van uw kerk
350 Het water van de grote vloed
351 Een paaslied bij de doop
352 Jezus, meester aller dingen
353 Nu heeft het oude leven afgedaan
354 Jouw leven staat aan het begin
356 O God die uit het water (*14-6-2015)
360 Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer
361 Er heeft een stem gesproken
362 Hij die gesproken heeft een woord dat gaat
363 Dat s Heren zegen op u daal
364 Hoor Gij ons aan
365 Van de opdracht der gaven, een oogstlied
367b Heer, onze Heer, ontferm u over ons
367e Heer, onze God, wij bidden u, verhoor ons
368d Houd mij in leven, wees Gij mijn redding (acclamatie)
370 Vader, die woont in hemels licht
374 U, verborgen Christus, bid'k eerbiedig aan
376 Ziel, mijn ziel, aanvaard uw luister
380 Gij, Jezus Christus, opgestegen
381 Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet
382 O alle gij dorstigen, kom tot de stromen
383 Zeven is voldoende
384 Als koning opgetreden
385 De tafel van samen, de tafel is gedekt
391 Hij ging van stad tot stad, Hij sprak
393 Als ik in deze stille tijd
395 Op de avond, toen de uittocht
402a Wij zegenen U, Vader
404d Heilig, heilig, heilig (Vogel)
405 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig
409 Lam van God, onschuldig.
412 Wij loven U, o God, belijden U als Heer
413 Grote God wij loven u
415 Zegen ons, Algoede
416 Ga met God en Hij zal met je zijn
418 God, schenk ons de kracht
419 Wonen overal nergens thuis
422 Laat de woorden die we hoorden
425 Vevuld van uw zegen
433 Kom tot ons, de wereld wacht
434 Daar komt een schip, geladen
435 Hef op uw hoofden, poorten wijd
437 Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer
438 God lof! Nu is gekomen
439 Verwacht de komst des Heren
440 Ga, stillen in de lande
441 Hoe zal ik U ontvangen
442 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen
444 Nu daagt het in het oosten
445 De nacht is haast ten einde
446 Zijt Gij waarop de wereld wacht
447 Het zal zijn in het laatste der tijden
448 Het volk dat wandelt in het duister
450 Verblijd u in de Heer te allen tijd

 
451 Richt op uw macht o Here der heirscharen
452 Als tussen licht en donker
454 De mensen die gaan in het duister
456b Lied van de Doper
459 Ik breng een rechter aan het licht
460 De nacht loopt ten einde (1x 29-11-2015)
461 Wij wachten op de koning
462 Zal er ooit een dag van vrede
463 Licht in onze ogen
464 Een engel spreekt een priester aan
466 O wijsheid,daal als vruchtbare taal
468 Prijs de Heer die herders prijzen -
469 Ik ben een engel van de Heer
470 U Jezus Christus loven wij
471 In dulci jubilo
472 Hoor de herders, hoe ze Hem loven
473 Er is een roos ontloken
474 Loof God, gij christenen, maak Hem groot
475 Ik mag hier aan uw kribbe staan
476 Nu zijt wellekome, Jesu lieve Heer
477 Komt allen tezamen
478 Komt, verwondert u hier, mensen
481 Hoor, de engelen zingen de eer
482 Er is uit 's werelds duistere wolken
483 Stille nacht, heilige nacht
484 Go telt it on the inountain _
485 Zeg eens herder, waar kom jij vandaan
486 Midden in de winternacht
487 Eer zij God in onze dagen
488 In den beginne was het woord
489 Komt ons in diepe nacht te ore
494 Vanwaar zijt Gij gekomen
496 Een ster ging op uit Israël
498 Betlehem, o uitverkoren
500 Uit uw verborgenheid

 

503 Wij staan aan een kribbe, aanschouwen de bron
505 In de nacht gekomen
506 Wij trekken in een lange stoet
507 Het is al nacht in Betlehem
510 O kerstnacht, schoner dan de dagen
511 Door goede machten trouw en stil omgeven
512 O Jezus, hoe vertrouwd en goed
513 God heeft het eerste woord
514b Heel de aarde zal U aanbidden
515 Een kind geboren te Bethlehem
518 Hoe helder staat de morgenster
519 Gij die een ster van David zijt
520 De wijzende wijzen
524 Nu Gij de doop ontvangt in de Jordaan
525 Wij willen de bruiloftsgasten zijn
526 Juich voor de koning van de Joden
527 Uit uw hemel zonder grenzen
528 Omdat Hij niet ver wou zijn
530 De Geest des Heren is op hem
531 Jezus die langs het water liep
533 Daar komt een man uit Nazaret
534 Hij die de blinden weer liet zien
536 Alles wat over ons geschreven is
537 Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft
538 Een mens te zijn op aarde (Barnard)
539 Jezus, diep in de woestijn ,
540 Het waren tien geboden
542 God roept de mens op weg te gaan
544 Christus naar wie wij heten
547 Met de boom des levens
548 Het heeft de Heilige behaagd
550 Verheug u, gij dochter van Sion
552 Dit is een dag van zingen
556 Alles wat over ons geschreven is
557 Naam van Jezus die ten dode
558 Jezus, om uw lijden groot
561 O liefde die verborgen zijt
562 Ik wil mij gaan vertroosters
566 Midden in de dood
567 Hij onthaalde ons aan tafel
568a Ubi caritas et amor (Berthier)
569 Toen Jezus wist nu is gekomen
574 Glorie zij U, Christus, U leed onze nood
575 Jezus, leven van ons leven
576 O hoofd vol, bloed en wonden
577 O wereld, zie uw leven
578 O kostbaar kruis o Wonder Gods
587 Licht voor de wereld, geeft U zich gevangen
590 Nu valt de nacht
598 Als alles duister is
599 O diepe nacht die ons omringt
600 Licht, ontloken aan het donker
601 Licht dat ons aanstoot in de morgen

605 De toekomst is al gaande (*10-1-2016)
607 Gij zijt voorbijgegaan
608 De steppe zal bloeien
609 Toen ik daar zat, verweest en zonder lied
610 Zo dor en doods
612 Wij komen als geroepen
613 Christus is opgestaan
616 Christus is opgestanden
617 De Heer is waarlijk opgestaan
619 Lof zij God in de hoogste troon
620 Hoor aan, gij die Gods kinderen zijt
621 Heerlijk verschenen is de dag
622 Nu triomfeert de Zoon van God
623 O hart, spring op vol vreugde
624 Christus, onze Heer, verrees
628 Nu moet gij allen vrolijk zijn
630 Sta op! - Een morgen ongedacht -
632 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven
634 U zij de glorie, opgestane Heer
635 De Heer is waarlijk opgestaan (Troost)

636 Liefde is licht, opnieuw geboren
637 O vlam van Pasen, steek ons aan

640f Halleluja! Hoor mij, God, ik roep (alleen kleinkoor)
641 Jezus leef ten ik met Hem
642 Ik zeg het allen, dat Hij leeft
643 Zing nu de Heer! Hij zag ons aan

644 Terwij wij Hem bewenen
645 Zing ten hemel toe
647 Voor mensen die naamloos
649 O Heer, blijf toch niet vragen
650 De aarde is vervuld
651 Christus heeft voor ons geleden
652 Zing jubilate voor de Heer
653 U kennen, uit en tot U leven
654 Zing nu de Heer, stem allen in
655 Zing voor de Heer een nieuw gezang
657 Zolang wij ademhalen
659 Kondig het jubelend aan
661 Ten hemel opgevaren is
662 Heer, komt in deze tijd
664 Naam van Jezus, nu verheven
670 Kom Schepper God, o heilige Geest
671 Nu bidden wij de heilige Geest
672 Kom laat ons deze dag
675 Geest van hierboven
676 De wind, wij zien hem niet
678 Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde
680 Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods
683 t Is feest vandaag, 't is pinksterfeest
686 de Geest des Heren heeft
687 Wij leven van de wind

692 Wij wachten op de Geest beloofd (alleen kleinkoor)
695 Heer, raak mij aan met uw adem
704 Dank, dank nu allen God
705 Ere zij aan God, de Vader
708 Wilhelmus van Nassouwe
713 Wij moeten Gode zingen
717 Waartoe geploegd, als 't zaad
718 God, die leven hebt gegeven
721 Houd ons bijeen, God, rond uw woord
722 UW stem, Heer, hebben wij gehooid
723 Waar God de Heer zijn schreden zet
726 Hoor een heilig koor van stemmen
727 Voor alle heiligen in de heerlijkheid
728 De heiligen ons voorgegaan
730 Heer, herinner U de namen
731 Vergeet niet hoe wij heten
737 Jeruzalem, mijn vaderstad
741 Een engel roept de oude man
743 Wij offerden aan goden
747 Eens komt de grote zomer
748 Het duurt niet lang meer tot de tijd
749 Op, waak op!' zo klinkt het luide
750 Jeruzalem, jij stad door God gebouwd
751 De Heer verschijnt te middernacht
752 Hoe glanst bij Gods kinderen het innerlijk leven
753 Er is een land van louter licht
754 Liefde Gods die elk beminnen
755 Toch overwint eens de genade
756 Laat komen, Heer, uw rijk
757 Swing low, sweet chariot
758 Bij steken der bazuinen
759 Gods kinderen op aarde
760 Gij zijt de zin van wat Wij zijn
763 Zij zullen de wereld bewonen
764 Een zaaier ging uit om te zaaien
765 Gij hebt met uw brede gebaren
766 Ik zag een nieuwe hemel zichverheffen
767 De toekomst van de Heer is daar
769 Eens, als de bazuinen klinken
776 Er wordt een nieuwe stad gebouwd
778 O Here God, - ons liefst verlangen
782 Het koninkrijk is voor een kind
788 God die in het begin
791 Liefde, eenmaal uitgesproken
793 Bron van liefde, licht en leven
794 God zegen bidden wij je toe
795 Wat ons bond, God, is verbroken
796 U Here Jezus roep ik aan
797 Ach hoe vluchtig, ach hoe nietig
798 Heer, geef mij vleugels dat ik reis
799 Kom, kinderen, niet dralen
800 Wat zou ik zonder U geweest zijn
801 Door de nacht van strijd en zorgen
802 Door de wereld gaat een woord
803 Uit Oer is hij getogen
806 Zomaar te gaan met een stok in je hand
807 Een mens te zijn op aarde (Oosterhuis)
818 Niet is het laatste woord gesproken
823 Gij hebt, o Vader van het leven
825 De wereld is van Hem vervuld
826 O Christus, woord der eeuwigheid
827 Mensen, wij zijn geroepen om te leven
834 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht
835 Jezus, ga ons voor
836 O Heer die onze Vader zijt
837 Iedereen zoekt U, jong of oud
838 O grote God die liefde zijt
840 Lieve Heer, Gij zegt 'kom' en ik kom
841 Wat zijn de goede vruchten
846 De wijsheid van vóór alle tijden
851 Gij, hemelhoog verheven
859 Schuldig staan wij voor U, Heer
863 Nu laat ons God de Here
864 Laat ons de Heer lof zingen
865 Komt nu met zang van zoete tonen
866 Zolang als ik op aarde leven zal
867 Loof overal, loof al wat adem heeft
868 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere
869 Lof zij de Heer, ons hoogste goed
870 Heilige God, geprezen zij
871 Jezus zal heersen waar de zon
892 Niet in 't geweldige geluid
898 Een vaste burcht is onze God
899 Wat mijn God wil geschiede altijd.
900 Nada te turbe
901 Ik hoor trompetten klinken
902 Is God de Heer maar voor mij
903 Zou ik niet van harte zingen
904 Beveel gerust uw wegen
905 Wie zich door God alleen laat leiden
906 God is tegenwoordig, God is in ons midden
907 Jezus, mijn verblijden
908 Ik heb U lief, o mijn beminde
909 Wat God doet, dat is wel gedaan
910 Soms groet een licht van vreugde
911 Rots waaruit het leven welt
912 Neem mijn leven, laat het, Heer
913 Wat de toekomst brengen moge
914 Geef mij, Heer, mij los te zingen
915 Nobody knows the trouble I've seen
917 Ga in het schip, zegt Gij
919 Gij die alle sterren houdt
923 Wil je wel geloven dat het groeien gaat
930 Jij geeft mij vleugels en handen vol licht
938 Christus die u wilt tooien.
941 Waarom moest ik uw stem verstaan
942 Ik sta voor U in leegte en gemis
943 God gaat zijn ongekende gang
944 O Heer, verberg U niet voor mij
945 Ja, het liefst zou ook ik
947 Wanneer mijn hart vaarwel moet zeggen
951 Liefelijk licht, dat ons van God verhaalt
960 Hier leggen wij zijn/haar lichaam neer
961 Niemand leeft voor zichzelf
966 Het heil des hemels werd ons deel
967 Zonne der gerechtigheid
968 De ware kerk des Heren
969 In Christus is noch west noch oost
971 Zing een nieuw lied voor God de Here (Wit)
972 Hoe goed, o Heer, is ‘t hier te zijn
973 Om voor elkaar te zijn uw oog en oor
974 Maak ons uw liefde, God
977 Ga uit, o mens, en zoek uw vreugd
978 Aan U behoort, o Heer der heren
979 De vogels van de bomen
981 Zolang er mensen zijn op aarde
984 Gezegend die de wereld schept
985 Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven
990 De laatsten worden de eersten -
993 Samen op de aarde
995 O Vader, trek het lot U aan
1001 De wijze woorden en het groot vertoon
1008 Rechter in het licht verheven
1009 O lieve Heer, geef vrede
1010 Geef vrede, Heer, geef vrede
1012 Geef aan de wereld vrede, Heer
1014 Geef vrede door van hand tot hand

terug